EEN JAAR GEKENMERKT
DOOR CRISISSEN!
Voir la vidéo
 
 
BRUGEL heeft gekozen voor een constructieve visie door oplossingen voor de crisis voor te stellen.
Kevin Welch
Voorzitter ad interim van de raad van bestuur van BRUGEL
 

Na de COVID-crisis werd de energiemarkt getroffen door de wereldwijde energiecrisis. Hoe bent u omgegaan met dit moeilijke jaar?

Pascal Misselyn : In 2021 hebben we alle opdrachten en waarden die we in 2020 hebben vastgesteld en geconsolideerd in de praktijk gebracht. Dit heeft ons in staat gesteld de problemen die het gevolg waren van de crisis (of crisissen) met meer sereniteit tegemoet te treden. Tijdens de energiecrisis konden alle actoren dankzij onze rol als bemiddelaar beschikken over betrouwbare informatie om op de gebeurtenissen te anticiperen. We konden op die manier vaststellen dat een regulator nooit neutraal is in een crisis zoals we die momenteel meemaken. Afhankelijk van onze benadering, kunnen wij bepaalde feiten benadrukken of minimaliseren. En onze regulerende keuzes zijn dus meer uitgesproken dan gewoonlijk.

Hoe hebt u als regulator de crisis aangepakt?

Kevin Welch : In goede verstandhouding met Sibelga en alle marktspelers, hebben wij de voorkeur gegeven aan een pragmatische aanpak, die de bescherming van de klanten mogelijk maakt in een holistische aanpak die rekening houdt met de diversiteit en specifieke kenmerken van de Brusselse bevolking (gezinnen, kansarme bevolking, zelfstandigen, kleine ondernemingen, enz.).

Zag u deze energiecrisis aankomen?

Kevin Welch : Om heel precies te zijn: de Brusselse markt kende een precrisis in de eerste helft van 2021. Bepaalde leveranciers hadden namelijk besloten zich aan het eind van de winterperiode uit de markt terug te trekken of hun aanbod te verminderen. Louter omdat ze ten einde raad waren of de markt hen niet meer aantrekkelijk genoeg leek.

Pascal Misselyn : Dit probleem van de marktdynamiek (een niet nieuw probleem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat BRUGEL al jaren aan de kaak stelt) werd volledig weggevaagd door de grote crisis die erop volgde. Toen de energieprijzen de pan uit rezen, beschikten sommige leveranciers niet langer over een toereikende financiële basis. Wie de aankoop van energie niet via vaste prijzen had afgedekt, moest energie tegen een hoge prijs inkopen en deze tegen de overeengekomen, vaak lagere prijs aan de eindverbruikers verkopen. En in Brussel was de markt niet bestand tegen de onzekerheden van een dergelijke crisis.

 
Het probleem van de marktdynamiek in het BHG werd volledig weggevaagd door de grote crisis die erop volgde.
Pascal Misselyn
Coördinator de BRUGEL
 

Wat zijn de gevolgen van deze crisis voor de Brusselse huishoudens?

Pascal Misselyn : Ondanks de crisis blijft het aanbod relatief dynamisch in de andere twee gewesten van het land, maar niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In Brussel hebben de energieconsumenten door het aantal leveranciers dat nog beschikbaar is nog maar weinig keuze. Wat de huishoudens betreft, hebben wij nagenoeg een situatie van duopolie bereikt die de markt sterk conditioneert. Op termijn zullen de voordelige tarieven verdwijnen.

Bestaat het risico dat de crisis nog grotere gevolgen zal hebben voor kwetsbare doelgroepen?

Kevin Welch : Niet echt, want de meest kansarme afnemers worden beschermd door federale bepalingen en sociale interventies (sociaal tarief, enz.). De gevolgen van de crisis voor de factuur van deze afnemers zullen sterk worden beperkt. De gemiddelde consument zal zijn of haar factuur daarentegen fors zien stijgen. En deze consumenten zullen helaas niet de kans krijgen om de concurrentie te laten spelen om de beste aanbiedingen te verkrijgen. Zij worden het slachtoffer van zowel de dynamiek van de Brusselse markt als van de wereldwijde energiecrisis. Hetzelfde geldt voor zelfstandigen en kleine ondernemingen, die al zwaar zijn getroffen door de COVID-crisis.

Denkt u dat deze energiecrisis nog andere gevolgen zal hebben in het BHG?

Kevin Welch : Door het domino-effect kan deze crisis aanzienlijke sociale gevolgen hebben. In het licht van deze energiecrisis valt te vrezen dat de burger wantrouwig zal worden tegenover het vrijgemaakte systeem als geheel. Het is duidelijk dat de huidige crisis het gevolg is van de Europese strategie inzake energiebevoorrading, en geen gevolg is van het vrijgemaakte systeem.

BRUGEL zet in op de energietransitie voor de toekomst van de energiesector in het BHG. Hoe bent u van plan deze transitie te organiseren?

Kevin Welch : In 2020 heeft BRUGEL haar visie op de markt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontwikkeld en aangetoond dat de energietransitie een belangrijk ontwikkelingsas was. Op basis van deze visie hebben onze teams geanalyseerd of de huidige Brusselse marktstructuur in staat was deze doelstellingen te verwezenlijken. Uit een eerste onderzoek bleek dat we de werking van BRUGEL moesten herzien. De nieuwe organisatie voorziet in de benoeming van een adjunctdirecteur, die reeds in 2021 is geselecteerd, en de aanstelling van een projectmanager die zich specifiek bezighoudt met de energietransitie. De opdracht van deze nieuwe cel zal erin bestaan de transversaliteit tussen onze verschillende diensten te coördineren en de interacties tussen alle stakeholders (belanghebbende partijen) in de energietransitiesector te verzekeren.

Wat is concreet de rol van deze projectleider?

Pascal Misselyn : In een eerste fase zal de rol van de projectleider erin bestaan de lacunes in de regelgeving te evalueren om deze energietransitie daadwerkelijk op gang te brengen. In deze context heeft de raad van bestuur van BRUGEL gevraagd om tegen eind 2022 het kader en de tarieven van de distributienetbeheerder (DNB) voor de ontwikkeling van energiegemeenschappen in mede-eigendommen vast te leggen. De logica van de energietransitie vereist dat lokaal geproduceerde energiebronnen lokaal kunnen worden geoptimaliseerd alvorens ze te optimaliseren voor middenen hoogspanning. In die geest moet de hernieuwbare energie die in een mede-eigendom wordt geproduceerd door de bewoners kunnen worden verbruikt. BRUGEL wou derhalve het regelgevingsmodel en de tarieven voor collectieve projecten voor zelfverbruik in het BHG bestuderen. Want afgezien van de Sibelga-meter zou dit systeem geen overmatig gebruik mogen maken van het netwerk.

Kevin Welch : Als regulator is het onze taak erop toe te zien dat er een stabiele tariefstructuur en manier van werken bestaat. De actoren die in dit soort projecten willen investeren, moeten weten waaraan zij beginnen. Want de energietransitie kan alleen werken als de verschillende actoren in de waardeketen er allemaal baat bij hebben. Een goed inzicht op lange termijn is dan ook van essentieel belang.

 
De logica van de energietransitie vereist dat lokaal geproduceerde energiebronnen lokaal kunnen worden geoptimaliseerd.
Pascal Misselyn
Coördinator de BRUGEL
 

Waarom hebt u ervoor gekozen projecten voor collectief zelfverbruik in medeeigendommen te bestuderen?

Pascal Misselyn : De reden waarom we onze studie hebben toegespitst op projecten voor collectief zelfverbruik in medeeigendommen is dat Brussel er hiervan duizenden telt. Elk appartementsgebouw is er een. Wij willen vanaf nu duidelijkheid scheppen over deze mede-eigendommen en hun bewoners om hen aan te moedigen warmtekrachtkoppelingsinstallaties, warmtepompen, fotovoltaïsche panelen, enz. te installeren. We willen het wiel in beweging zetten door een strategische hefboom te activeren. Vooral omdat de context van de energiecrisis zoals we die nu meemaken aantoont dat onze denkwijze gegrond is. Door relatief zelfvoorzienend te zijn op energiegebied, kunnen de schokken beter worden opgevangen.

Hoe denkt u de Brusselse consumenten te overtuigen?

Kevin Welch : We zien ook dat de technologische instrumenten van de energietransitie efficiënter en goedkoper worden... vooral als je hun kosten vergelijkt met die van fossiele energie. Ons doel is niet om van alle consumenten “consumactoren” te maken. Als een bepaald aantal Brusselse ondernemingen en huishoudens een voordeel zien in deze nieuwe technologieën, als zij “early adopters” worden, zullen zij een sneeuwbaleffect teweegbrengen. Om dit omslagpunt te bereiken, moeten we vertrouwen opbouwen. Zoals we momenteel ervaren met de elektrische voertuigen... Als 15 tot 20% van de Brusselaars overschakelt op deze technologieën van de energietransitie, zal dit omslagpunt waarschijnlijk worden bereikt.

Pascal Misselyn : Als we kijken naar de doelstellingen die door de Brusselse regering voor 2030 en 2050 zijn vastgesteld op het vlak van het koolstofvrij maken van de samenleving, kunnen we aannemen dat elektrische voertuigen, elektrische verwarming, warmtekrachtkoppeling, warmtepompen, enz. zullen toenemen en dat lokale energieproductie essentieel zal worden. Zonder deze ontwikkeling dreigt er een ernstig probleem te ontstaan voor de capaciteit van het Brusselse distributienet. Deze productie, die progressief zal zijn, moet van nu af aan meer worden ondersteund.

Kevin Welch. : Wij zien in andere regio’s dat het systeem van derde investeerders een van de hefbomen is die de consumenten bij de energietransitie zullen betrekken. Dankzij deze oplossing kunnen zij profiteren van de voordelen van deze technologie zonder al te grote investeringen te hoeven doen. En zo hebben alle spelers in de waardeketen er baat bij. Als regulator moeten wij erop toezien dat de tarieven en technische voorschriften worden vastgesteld om de omschakeling te bevorderen. Met het oog op de doelstellingen die wij nastreven, moet het Brusselse netwerk dus flexibeler en slimmer worden.

Hoe verliepen uw uitwisselingen met de operatoren in 2021?

Pascal Misselyn : Onze relaties met de energie- en wateroperatoren zijn zeer stabiel. Wij konden rekenen op constructieve interacties op basis van dialoog en overleg. Wij hebben regelmatig bijeenkomsten gehouden met alle actoren in de sectoren om te begrijpen hoe zij werken en hoe zij de problemen aanpakken. En op basis van dit overleg hebben we geprobeerd gemeenschappelijke oplossingen te vinden. BRUGEL wordt nu erkend als een constructieve gesprekspartner voor zowel de energie- als de watersector. Hoewel wij veel overleg hebben gepleegd met de gereguleerde instanties, hebben wij niet geaarzeld om ook met de andere actoren in de sectoren te praten om het beste evenwicht te vinden. Wij hebben ontmoetingen gehad met leveranciers, OCMW’s, consumentencomités, sociale actoren, enz.

Kevin Welch : Wij hebben inderdaad veel aandacht besteed aan gereguleerde instanties zoals Sibelga, vooral toen er een debat was tussen het gewestelijke en het federale niveau over sommige bepalingen van het marktontwerp. In het bijzonder hebben wij de DNB gesteund toen deze de hierboven genoemde beginselen verdedigde: optimalisering van de lokale productie als prioriteit. Wij merken dat deze aanpak op federaal niveau moeilijker door te voeren is.

Pascal Misselyn : Tijdens deze crisis hebben we vastgesteld dat leveranciers gemakkelijk met ons in dialoog gaan. Zij weten nu dat zij ons zeer gevoelige informatie kunnen bezorgen, en dat deze op de juiste wijze zal worden behandeld. Door dit vertrouwen hebben wij toegang tot gegevens die ons in staat stellen weloverwogen beslissingen te nemen.

2021 was een scharnierjaar voor de watersector (publicatie van nieuwe methodologieën, nieuwe tarieven goedgekeurd door BRUGEL, validering van de algemene voorwaarden van VIVAQUA). Hoe hebt u aan al deze dossiers kunnen werken?

Pascal Misselyn : Sinds wij onze nieuwe opdrachten in de watersector hebben ontvangen, hebben wij ons ertoe verbonden een positieve samenwerking tot stand te brengen met de operatoren VIVAQUA en Hydria (vroeger SBGE, noot van de redactie). Aangezien de sector nog in zijn kinderschoenen staat, leren wij de sector en zijn operatoren kennen. Maar onze ervaring op het gebied van energie helpt ons zeker bij deze taak. In 2021 waren de interacties die wij met de verschillende operatoren hadden, vastberaden maar constructief. Ik denk dat deze houding zeer positief is geweest, zowel voor de BRUGEL-teams als voor de gereguleerde instanties.

Kevin Welch : In 2021 hebben de wateroperatoren hun tariefvoorstellen opgesteld, die aan BRUGEL werden overgemaakt. In het voorstel van VIVAQUA werd een verhoging van het watertarief gevraagd. Deze verhoging was noodzakelijk omdat er in het verleden een chronisch gebrek aan investeringen in de watersector is geweest. BRUGEL heeft derhalve rekening gehouden zowel met de behoeften van de operatoren als met de economische realiteit van de watergebruikers om deze verhoging goed te keuren. Het doel was om een goed evenwicht te vinden om er enerzijds voor te zorgen dat de dienstverlening aan de Brusselse huishoudens voorbeeldig bleef en, anderzijds, alle door de wateroperatoren gedragen kosten en hun door de regering goedgekeurde investeringen te financieren.

 
Het doel van BRUGEL was het juiste tariefevenwicht te vinden om ervoor te zorgen dat de dienstverlening aan de Brusselse huishoudens voorbeeldig blijft.
Kevin Welch
Voorzitter ad interim van de raad van bestuur van BRUGEL
 

Hoe zit het met de gebruikers die deze toename zullen moeten “verwerken”?

Pascal Misselyn : Het is waar dat de Brusselse consument zijn factuur met 15% zal zien stijgen. Aangezien de waterfactuur in absolute termen veel lager ligt dan de energiefactuur, is deze stijging gematigd. Vooral omdat politici zo wijs zijn geweest om specifieke regelingen te treffen voor de meest kwetsbare consumenten. De meest kwetsbare gebruikers zullen deze toename niet voelen, aangezien SST (specifiek sociaal tarief ) en RVV (rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming) (27% van de gebruikers) profiteren van een sociale interventie.

Kevin Welch : Voor de toekomst van de sector is deze verhoging gunstig. Het is belangrijk te begrijpen dat de onderinvestering die meer dan 20 jaar heeft aangehouden, uiteindelijk door de toekomstige consumenten zal moeten worden gedragen. Door snel te reageren heeft BRUGEL aldus haar opdracht vervuld, die er ook in bestaat de toekomstige generaties te beschermen.